Kan niet nalaten om ook wat wetenswaardigheden over een van de belangrijkste organen van ons lichaam, ons hart te vermelden. Onderstaand artikel geeft een overzicht van de risico's die een mens kan lopen indien afwijkingen aan het hart aanwezig zijn, klachten die zich bij inspanning in het bijzonder kunnen uiten. Vooral bij inspanning zoals bij een marathon loper wordt het hart extra belast.
Zie het als een leesbaar overzichtsartikel.
Wanneer een hardloper tijdens of na sportbeoefening hartklachten krijgt, wordt daar door menig leek vol onbegrip op gereageerd. Zoiets kan een gezonde, goedgetrainde loper of loopster toch niet overkomen! Regelmatige sportbeoefening maakt een mens echter niet immuun voor hart- en vaatziekten. Een sportmedische keuring, gelijkmatige trainingsopbouw en bedacht zijn op de signalen van hart- en vaatziekten kunnen veel leed voorkomen.
Pleitbezorgers voor regelmatige lichaamsbeweging krijgen nogal eens voor de voeten geworpen dat er tijdens een massaal loopevenement doden zijn gevallen. Op grond daarvan houden tegenstanders ernstige twijfels over het nut van beweging voor de gezondheid. Deze incidenten worden met enige regelmaat in de media vermeld en vallen vooral ook op doordat de betrokkenen vaak relatief jong zijn.
De oorzaak van een plotselinge dood tijdens sportbeoefening is vooral gelegen in aandoeningen van het hart en de bloedvaten. Men schat dat jaarlijks ongeveer tweehonderd Nederlandse sporters tijdens of kort na de sportbeoefening overlijden. Imposante aantallen, die veel mensen doen schrikken. Wanneer men echter kijkt naar de kans op een dergelijk overlijden, dan is enige relativering op zijn plaats. Er zijn verschillende aandoeningen die het risico op een acute hartdood bij sportbeoefening vergroten.
Verkalking van de kransslagaderen
De meest voorkomende aandoening is de verkalking of de gedeeltelijke afsluiting van de kransslagaderen van het hart. Het hart is een continu werkende spier die een behoorlijke hoeveelheid bloed nodig heeft om te functioneren. Bij inspanning neemt de behoefte van het hart aan zuurstof en voedingsstoffen aanmerkelijk toe. Indien er belemmeringen bestaan in de toevoerwegen, de kransslagaderen, dan kan vooral het zuurstofgebrek tot versterf van hartspierweefsel leiden. Er is in dat geval sprake van een hartinfarct.
Wanneer grotere delen van de hartspier of het prikkelgeleidingscentrum van het hart zijn aangedaan, dan kan het hart de gevraagde bloedcirculatie niet meer verzorgen. Het hart kan stilvallen of volkomen ongecoördineerd gaan samentrekken, met als gevolg dat er geen bloed met zuurstof meer aan de organen wordt gegeven. Men spreekt dan van een hartverlamming, die zonder ingrijpen tot een acute hartdood leidt. Onder dit soort omstandigheden is reanimatie van essentieel belang, omdat de hersenen maar maximaal enkele minuten zonder zuurstoftoevoer kunnen.
Aderverkalking
Ook aderverkalking vergroot het risico op een plotselinge hartdood. Het is min of meer een welvaartsziekte. In de westerse maatschappij neemt aderverkalking sluipend toe. Voor het 30e levensjaar is de kans op verschijnselen hiervan gering, uitzonderingen daargelaten. Rond de middelbare leeftijd stijgt het risico, vooral bij mannen, aanzienlijk. In de leeftijdsgroep vanaf 40 jaar is de intensiteit van de sportbeoefening nog hoog, zodat het risico toeneemt. De meeste slachtoffers van een acute hartdood vallen in de leeftijdsgroep van 35 tot 55 jaar, waarvan dan ruim 90 procent mannen. Vooral bij sportvormen die in deze leeftijdsgroep populair zijn - trimmen, tennis, voetbal, schaatsen - vallen de slachtoffers.
Aangeboren afwijkingen
Er zijn uiteraard ook nog andere oorzaken voor een acute hartdood. Vaak gaat het dan om aangeboren afwijkingen van de hartspier, de kransslagaderen of de hartkleppen, waardoor functiestoornissen ontstaan, die soms zonder symptomen vooraf tot deze verschrikkelijke gebeurtenis leiden. Deze incidenten zien we ook wel eens op jongere leeftijd. Soms zijn er erfelijke factoren waardoor de meeste mannen in een gezin of familie al op relatief jonge leeftijd plotseling kunnen overlijden.
Opsporing van risicofactoren
De vraag naar goede en betrouwbare methoden om de personen op te sporen, die een grotere kans maken om tijdens sportbeoefening aan hartklachten te overlijden, is uiteraard groot. Door de vele oorzaken van acute hartdood is het echter zeer moeilijk om iedereen op een dusdanige wijze te onderzoeken, dat het risico op klachten en aandoeningen nihil wordt. Het is veel efficiënter de mensen die een vergroot risico lopen, goed te onderzoeken, alhoewel ook daarbij beperkingen in de onderzoeksmethoden noodzakelijk zijn.
Hoge bloeddruk
Er is een aantal risicofactoren bekend, dat op langere termijn de gezondheid in het algemeen en het hart- en vaatsysteem in het bijzonder kan schaden. Een verhoogde bloeddruk (hypertensie) is een van die factoren. Een steeds aanwezige hypertensie kan de kans op aderverkalking sterk doen toenemen. Tevens wordt het hart door de grotere druk in de bloedvaten meer belast, wat zich kan uiten in afwijkingen van het elektrocardiogram (ECG), ook wel het hartfilmpje genoemd. De hersenvaten lijden ook onder de te hoge druk in de bloedvaten, zodat de kans op een beroerte toeneemt. Functiestoornissen van de nieren kunnen eveneens de oorzaak zijn van de hypertensie, evenals stress, een te hoog zoutgebruik of een fors overgewicht.
Als remedie wordt vaak gewerkt met een vermindering van het zoutgebruik in de voeding, afvallen en medicijnen die de bloeddruk naar beneden kunnen krijgen. Bij een matige verhoging van de bloeddruk kan duurtraining een gunstige invloed hebben. Uit verschillende onderzoeken is naar voren gekomen dat bijvoorbeeld rustige looptraining bij ieder mens de bloeddruk enigszins naar beneden brengt. Aangezien looptraining ook een gunstige invloed kan hebben op lichaamsgewicht en stress, is vanuit dit oogpunt joggen zeker aan te raden, mits er geen andere afwijkingen zijn, die dit onmogelijk maken.
Bedacht moet worden dat een verhoogde bloeddruk vaak geen klachten met zich meebrengt. Men mag er dus niet zonder meer van uit gaan dat bij een gevoel van goede gezondheid de bloeddruk wel normaal zal zijn.
Cholesterol
In de westerse maatschappij zien we vooral door de voedingsgewoonten en de beperkte hoeveelheid lichaamsbeweging in het dagelijks leven vaak hogere vetgehalten in het bloed dan bij volkeren die onder minder luxueuze omstandigheden leven. Er bestaat een relatie tussen de hoogte van het cholesterolgehalte in het bloed en de kans op hart- en vaatziekten. Plastisch gezegd slibben de vaten dicht door het teveel aan cholesterol, en het hartinfarct en de vernauwing van de bloedvaten zijn dan niet ver weg. Het is dus zaak om met een verstandig voedselregime het cholesterol in het bloed en de bloedvaten te beperken. Ook hier geldt weer dat regelmatige lichamelijke inspanning een gunstig effect heeft op de bloedvetten.
Roken
Een andere risicofactor is de voor sommigen bijna onuitroeibare rookgewoonte. Het samentrekkend effect op de bloedvaten van verschillende stoffen in de ingeademde rook, heeft een negatief effect op het zuurstoftransport naar de weefsels. Tevens bevat de rooklucht koolmonoxide, waardoor de rode bloedlichaampjes minder zuurstof kunnen transporteren. Het zal duidelijk zijn dat bij mensen bij wie de bloedcirculatie al bedreigd wordt bij inspanning, door roken een vergroot risico bestaat op hartklachten en een acute hartdood.
Ritmestoornissen
Soms ontdekken hardlopers bij zichzelf een onregelmatige hartslag. Men maakt zich vaak ernstige zorgen omtrent deze ritmestoornissen, omdat er angst bestaat voor een hartziekte en een hartstilstand. Nader onderzoek naar de aard van de ritmestoornis is aan te raden, alhoewel bij sportbeoefenaren bijna altijd sprake is van een onschuldige afwijking die geen gevolgen heeft voor de gezondheid of de sportloopbaan. Uit uitgebreid onderzoek bij grote groepen gezonde mensen is gebleken dat de meesten gedurende een etmaal ritmestoornissen hebben. Bij goedgetrainde mensen is de hartfrequentie laag, waarbij soms onregelmatigheid in de hartslag kan optreden. Bij inspanning verdwijnt met de toename van de hartfrequentie de onregelmatigheid, die pas in de rustfase weer kan terugkomen. Wanneer de onregelmatige hartslag ook bij inspanning blijft bestaan, is nader onderzoek van het hart aan te raden. Dit geldt uiteraard ook voor klachten van benauwdheid of pijn op de borst in rust en bij inspanning, koude en emoties. Bij twijfel is het bezoek aan een arts altijd aan te bevelen.
Sportmedische keuring
Vroeger waren sportkeuringen voor veel takken van sport verplicht. Enerzijds uit onvrede over de kwaliteit van de toenmalige keuring, en anderzijds door de nadruk op de eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van de gezondheid, is de sportkeuring een tiental jaren geleden afgeschaft. Door de toenemende trainingsintensiteit van menig sporter, met daarbij een grotere groep oudere sporters, is het toch zinvol om via een medisch onderzoek aandacht te besteden aan de gezondheidsrisico's van intensieve training. Een periodieke keuring die sportspecifiek dient te zijn, is vooral voor de oudere sporter of de atleet met klachten sterk aan te bevelen.
Virusinfecties
Vooral het griepvirus is berucht om de effecten op de gezondheid. Behalve een algemeen malaisegevoel kan ook de hartspier ontstoken raken. Dit uit zich niet in pijn op de borst, maar meer in een vermoeid gevoel. Men neemt aan dat een deel van de mensen die door een acuut hartfalen overlijden, op dat moment nog last had van een ontsteking van de hartspier. Er dient dus zeer zorgvuldig te worden omgegaan met de trainingsopbouw na een griepperiode. Inhalen van achterstallige training is uit den boze. Als men weer koortsvrij is en de spierpijn en vermoeidheid verdwenen zijn, dan zal een rustige training van korte duur en lage intensiteit na enige dagen de eerste stap dienen te zijn. Dit geldt ook voor andere infecties van organen en lichaamsweefsels, omdat het lichaam weer moet wennen aan de belasting.
De oorzaak van een plotselinge dood tijdens sportbeoefening is vooral gelegen in aandoeningen van het hart en de bloedvaten. Men schat dat jaarlijks ongeveer tweehonderd Nederlandse sporters tijdens of kort na de sportbeoefening overlijden. Imposante aantallen, die veel mensen doen schrikken. Wanneer men echter kijkt naar de kans op een dergelijk overlijden, dan is enige relativering op zijn plaats. Er zijn verschillende aandoeningen die het risico op een acute hartdood bij sportbeoefening vergroten.
Verkalking van de kransslagaderen
De meest voorkomende aandoening is de verkalking of de gedeeltelijke afsluiting van de kransslagaderen van het hart. Het hart is een continu werkende spier die een behoorlijke hoeveelheid bloed nodig heeft om te functioneren. Bij inspanning neemt de behoefte van het hart aan zuurstof en voedingsstoffen aanmerkelijk toe. Indien er belemmeringen bestaan in de toevoerwegen, de kransslagaderen, dan kan vooral het zuurstofgebrek tot versterf van hartspierweefsel leiden. Er is in dat geval sprake van een hartinfarct.
Wanneer grotere delen van de hartspier of het prikkelgeleidingscentrum van het hart zijn aangedaan, dan kan het hart de gevraagde bloedcirculatie niet meer verzorgen. Het hart kan stilvallen of volkomen ongecoördineerd gaan samentrekken, met als gevolg dat er geen bloed met zuurstof meer aan de organen wordt gegeven. Men spreekt dan van een hartverlamming, die zonder ingrijpen tot een acute hartdood leidt. Onder dit soort omstandigheden is reanimatie van essentieel belang, omdat de hersenen maar maximaal enkele minuten zonder zuurstoftoevoer kunnen.
Aderverkalking
Ook aderverkalking vergroot het risico op een plotselinge hartdood. Het is min of meer een welvaartsziekte. In de westerse maatschappij neemt aderverkalking sluipend toe. Voor het 30e levensjaar is de kans op verschijnselen hiervan gering, uitzonderingen daargelaten. Rond de middelbare leeftijd stijgt het risico, vooral bij mannen, aanzienlijk. In de leeftijdsgroep vanaf 40 jaar is de intensiteit van de sportbeoefening nog hoog, zodat het risico toeneemt. De meeste slachtoffers van een acute hartdood vallen in de leeftijdsgroep van 35 tot 55 jaar, waarvan dan ruim 90 procent mannen. Vooral bij sportvormen die in deze leeftijdsgroep populair zijn - trimmen, tennis, voetbal, schaatsen - vallen de slachtoffers.
Aangeboren afwijkingen
Er zijn uiteraard ook nog andere oorzaken voor een acute hartdood. Vaak gaat het dan om aangeboren afwijkingen van de hartspier, de kransslagaderen of de hartkleppen, waardoor functiestoornissen ontstaan, die soms zonder symptomen vooraf tot deze verschrikkelijke gebeurtenis leiden. Deze incidenten zien we ook wel eens op jongere leeftijd. Soms zijn er erfelijke factoren waardoor de meeste mannen in een gezin of familie al op relatief jonge leeftijd plotseling kunnen overlijden.
Opsporing van risicofactoren
De vraag naar goede en betrouwbare methoden om de personen op te sporen, die een grotere kans maken om tijdens sportbeoefening aan hartklachten te overlijden, is uiteraard groot. Door de vele oorzaken van acute hartdood is het echter zeer moeilijk om iedereen op een dusdanige wijze te onderzoeken, dat het risico op klachten en aandoeningen nihil wordt. Het is veel efficiënter de mensen die een vergroot risico lopen, goed te onderzoeken, alhoewel ook daarbij beperkingen in de onderzoeksmethoden noodzakelijk zijn.
Hoge bloeddruk
Er is een aantal risicofactoren bekend, dat op langere termijn de gezondheid in het algemeen en het hart- en vaatsysteem in het bijzonder kan schaden. Een verhoogde bloeddruk (hypertensie) is een van die factoren. Een steeds aanwezige hypertensie kan de kans op aderverkalking sterk doen toenemen. Tevens wordt het hart door de grotere druk in de bloedvaten meer belast, wat zich kan uiten in afwijkingen van het elektrocardiogram (ECG), ook wel het hartfilmpje genoemd. De hersenvaten lijden ook onder de te hoge druk in de bloedvaten, zodat de kans op een beroerte toeneemt. Functiestoornissen van de nieren kunnen eveneens de oorzaak zijn van de hypertensie, evenals stress, een te hoog zoutgebruik of een fors overgewicht.
Als remedie wordt vaak gewerkt met een vermindering van het zoutgebruik in de voeding, afvallen en medicijnen die de bloeddruk naar beneden kunnen krijgen. Bij een matige verhoging van de bloeddruk kan duurtraining een gunstige invloed hebben. Uit verschillende onderzoeken is naar voren gekomen dat bijvoorbeeld rustige looptraining bij ieder mens de bloeddruk enigszins naar beneden brengt. Aangezien looptraining ook een gunstige invloed kan hebben op lichaamsgewicht en stress, is vanuit dit oogpunt joggen zeker aan te raden, mits er geen andere afwijkingen zijn, die dit onmogelijk maken.
Bedacht moet worden dat een verhoogde bloeddruk vaak geen klachten met zich meebrengt. Men mag er dus niet zonder meer van uit gaan dat bij een gevoel van goede gezondheid de bloeddruk wel normaal zal zijn.
Cholesterol
In de westerse maatschappij zien we vooral door de voedingsgewoonten en de beperkte hoeveelheid lichaamsbeweging in het dagelijks leven vaak hogere vetgehalten in het bloed dan bij volkeren die onder minder luxueuze omstandigheden leven. Er bestaat een relatie tussen de hoogte van het cholesterolgehalte in het bloed en de kans op hart- en vaatziekten. Plastisch gezegd slibben de vaten dicht door het teveel aan cholesterol, en het hartinfarct en de vernauwing van de bloedvaten zijn dan niet ver weg. Het is dus zaak om met een verstandig voedselregime het cholesterol in het bloed en de bloedvaten te beperken. Ook hier geldt weer dat regelmatige lichamelijke inspanning een gunstig effect heeft op de bloedvetten.
Roken
Een andere risicofactor is de voor sommigen bijna onuitroeibare rookgewoonte. Het samentrekkend effect op de bloedvaten van verschillende stoffen in de ingeademde rook, heeft een negatief effect op het zuurstoftransport naar de weefsels. Tevens bevat de rooklucht koolmonoxide, waardoor de rode bloedlichaampjes minder zuurstof kunnen transporteren. Het zal duidelijk zijn dat bij mensen bij wie de bloedcirculatie al bedreigd wordt bij inspanning, door roken een vergroot risico bestaat op hartklachten en een acute hartdood.
Ritmestoornissen
Soms ontdekken hardlopers bij zichzelf een onregelmatige hartslag. Men maakt zich vaak ernstige zorgen omtrent deze ritmestoornissen, omdat er angst bestaat voor een hartziekte en een hartstilstand. Nader onderzoek naar de aard van de ritmestoornis is aan te raden, alhoewel bij sportbeoefenaren bijna altijd sprake is van een onschuldige afwijking die geen gevolgen heeft voor de gezondheid of de sportloopbaan. Uit uitgebreid onderzoek bij grote groepen gezonde mensen is gebleken dat de meesten gedurende een etmaal ritmestoornissen hebben. Bij goedgetrainde mensen is de hartfrequentie laag, waarbij soms onregelmatigheid in de hartslag kan optreden. Bij inspanning verdwijnt met de toename van de hartfrequentie de onregelmatigheid, die pas in de rustfase weer kan terugkomen. Wanneer de onregelmatige hartslag ook bij inspanning blijft bestaan, is nader onderzoek van het hart aan te raden. Dit geldt uiteraard ook voor klachten van benauwdheid of pijn op de borst in rust en bij inspanning, koude en emoties. Bij twijfel is het bezoek aan een arts altijd aan te bevelen.
Sportmedische keuring
Vroeger waren sportkeuringen voor veel takken van sport verplicht. Enerzijds uit onvrede over de kwaliteit van de toenmalige keuring, en anderzijds door de nadruk op de eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van de gezondheid, is de sportkeuring een tiental jaren geleden afgeschaft. Door de toenemende trainingsintensiteit van menig sporter, met daarbij een grotere groep oudere sporters, is het toch zinvol om via een medisch onderzoek aandacht te besteden aan de gezondheidsrisico's van intensieve training. Een periodieke keuring die sportspecifiek dient te zijn, is vooral voor de oudere sporter of de atleet met klachten sterk aan te bevelen.
Virusinfecties
Vooral het griepvirus is berucht om de effecten op de gezondheid. Behalve een algemeen malaisegevoel kan ook de hartspier ontstoken raken. Dit uit zich niet in pijn op de borst, maar meer in een vermoeid gevoel. Men neemt aan dat een deel van de mensen die door een acuut hartfalen overlijden, op dat moment nog last had van een ontsteking van de hartspier. Er dient dus zeer zorgvuldig te worden omgegaan met de trainingsopbouw na een griepperiode. Inhalen van achterstallige training is uit den boze. Als men weer koortsvrij is en de spierpijn en vermoeidheid verdwenen zijn, dan zal een rustige training van korte duur en lage intensiteit na enige dagen de eerste stap dienen te zijn. Dit geldt ook voor andere infecties van organen en lichaamsweefsels, omdat het lichaam weer moet wennen aan de belasting.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten